Ons onderwijs op de Kring

Betekenisvol en zinvol
Kinderen leren in de context. Ze leren door kennis die ze al hebben te verbinden met nieuwe kennis, ook van andere vakken en de wereld om hen heen. 

Aansluiten bij de mogelijkheden van het kind
De Kring wil een school zijn voor 'eigenwijze' kinderen. Kinderen mogen in hun eigen tempo, op eigen niveau, op hun eigen wijze/manier, door het opdoen van eigen ervaringen leren. Dit betekent dat er een breed aanbod is, waarbinnen wordt afgestemd op en in overleg met het kind.

Geordend
Kinderen hebben behoefte aan een geordende leeromgeving. Het kind moet weten wat hierin van hem wordt verwacht. Het moet duidelijk zijn wat, hoe, wanneer, met wie en waar. Om samen te kunnen leren en leven, maken we omgangsregels en afspraken met elkaar. Geordend zit hem ook in de leerstof. Verbinding leggen tussen dat wat je al weet en wat je hebt geleerd of gaat leren. Verbinding leggen tussen de vakken. Structuur aanbrengen in de leerstof. Weten op welke manier de lesstof het beste aangeboden kan worden. Herhaling is hierbij erg belangrijk. 

Het leerproces is zeker zo belangrijk als het resultaat
Dit wordt ook wel procesgericht leren genoemd. De resultaten zijn belangrijk, maar de manier waarop de kinderen tot het resultaat komen, is zeker zo belangrijk. Kinderen doen tijdens het leerproces namelijk veel belangrijke vaardigheden op, zoals het stellen van doelen, verantwoordelijk nemen voor hun leerroute en het uitvoeren van leeractiviteiten. Ze leren dat ze  verantwoordelijk zijn voor hun eigen leren. Daarnaast leren kinderen om problemen op te lossen, omdat leren een proces van vallen en opstaan is. Achteraf kijken we samen terug op het resultaat, maar zeker ook op het proces, zodat kinderen zelfstandig leren leren. 

Initiatiefrijk
We gaan uit van een actieve rol van zowel de leerling als de leerkracht. Wil je ervoor zorgen dat kinderen betrokken zijn, dan moeten zij het gevoel hebben dat ze eigenaar zijn van hun leerproces. Dat ze zelf keuzes mogen maken, mee mogen bepalen over dat wat ze willen leren en op welke manier. Naast de actieve rol van de leerling zien wij ook een actieve rol van de leerkracht. De leerling en leerkracht vullen elkaar aan en geven beide actief vorm aan het onderwijsproces. De leerkracht houdt overzicht op het leerproces, het aanbod, de leerdoelen en het groepsproces om van daaruit te bepalen wat nodig is. Afhankelijk van het kind en de situatie bepaalt de leerkracht zijn of haar rol en welke werkvormen ingezet worden. Dit kan zijn sturing geven, instructie geven, observeren, coachen, begeleiden, stimuleren of feedback geven.
 
Samen leven
Als kinderen lekker in hun vel zitten, zich veilig en geaccepteerd voelen, kunnen zij zich optimaal ontwikkelen. De sfeer op school, het pedagogisch klimaat is erg belangrijk. Een kind moet zich veilig en thuis voelen. Dit is alleen mogelijk als de omgang tussen kinderen onderling, leerkrachten en ouders prettig is. Kinderen moeten weten waar ze aan toe zijn. Afspraken zijn er om het leven en werken met elkaar goed te organiseren, zodat er een prettige leer- en leefgemeenschap ontstaat. Samen met de kinderen bespreken we in het begin van het schooljaar deze regels. Deze regels worden regelmatig tijdens kringgesprekken besproken, geëvalueerd en eventueel bijgesteld.  
Wij besteden in het begin van het schooljaar extra veel aandacht aan de groepsvorming, zodat ieder kind een eigen plek in de groep kan vinden. Alle groepen gaan daarom in het begin van het schooljaar op kamp. Gedurende het hele jaar komen de sociaal-emotionele vaardigheden van het kind aan bod. Binnen een veilige omgeving bespreken we situaties uit de praktijk en actualiteit. Kinderen mogen fouten maken om hiervan te leren.